Het is met schroom in de voeten en blos op de kaken, met trillende handen en knikkende knieën, dat het museum u om een ‘duitenduw’ vraagt. Duwtjes, duw, of een flinke douw; alles mag, zolang het maar richting een sterk(er) museum beweegt. Aan de fysieke versterking met het oog op een toekomstige beving wordt volop gewerkt (zie ook bijgaande folder). Die versterking wordt vergoed. Dat bouwkundig gebeuren echter, is dusdanig ingrijpend op tijd (één jaar) en ruimte (de gehele Muzeheerd), dat het ook noopt tot het nadenken over een aangepaste inrichting en indeling, en alles wat het museum ook maar anderszins kan versterken. Dit, om zo diezelfde toekomst, ook museaal zonder angst en beven tegemoet te kunnen treden. Keuzes daarin, zijn uiteraard voor rekening van het museum, maar alleszins te hoog om zonder hulp te verwezenlijken.

Wat zijn dan die plannen? Een greep.

  1. In de koffieruimte vinden kleine aanpassingen plaats zoals twee wandjes bij het kleine deurtje, opdat het in en uitgaan minder storend op de aanwezigen werkt. Ook komt er een ‘stamtafel’ van 3 meter.
  2. De expositieruimte van Adriaen van Ostade wordt wat uitgebreid, waardoor ook aanvullende (op maat te maken) wandvitrines nodig zijn. De opslagruimte boven het Atelier van Van Ostade (het Depot voor ‘56) is versmald en moet anders worden ingedeeld opgebouwd.
  3. Het werk van Rob Møhlmann gaat definitief naar de begane grond. In het verleden moest dat vaak wijken voor grotere tentoonstellingen. Dat gaat niet meer gebeuren. Ook de volledige Canto Collectie gaat naar beneden. Daarbij wordt nu ook Het Atelier van Møhlmann betrokken (als bekend is hij – nadat zijn muze in 2010 op haar wolk stapte – rond 2012 definitief met schilderen gestopt en heeft volledig voor het museum gekozen). Bezoekers kunnen daar straks een kijkje nemen, langslopen en er zelfs aan de andere kant weer uit en zo weer in de Grote Zaal terecht komen. Hiertoe zijn veel aanpassingen nodig.
  4. Boven wordt een aparte kleine ruimte gemaakt voor een permanente Meesterhandwand. Ook De Schatkamer komt weer terug, evenals een (kleiner) Laura’s Hoekje.
  5. Boven komt tevens een kleine ruimte voor wisseltentoonstellingen uit eigen collecties. De ruimte rond balustrades en de voormalige Cantoruimte wordt de nieuwe, grote wisseltentoonstellingsruimte.
  6. Voormalige kleine vlieringen onder het schuine dak worden een langgerekt depot voor kunstwerken. Daarin moeten stellingen en wand(werk)tafels worden gebouwd.
  7. De toegang tot de Grafiekzolder wordt nu afgebakend met een grote 16e eeuwse deurpost en leidt tot kunst (veelal grafiek) uit de 16e en 17e eeuw.
  8. Het Mankes Kabinet is door versterking (en dus verdikking) van de hele ‘brandmuur’ krapper geworden. Hier komt nu (nieuw!) Het Kabinet voor de 9e Kunst, een expositieruimte voor (de geschiedenis van) het beeldverhaal tussen 1900 en 2000. Bijzondere uitgaven, eerste drukken en originelen. Hiervoor zijn aanpassingen nodig.
  9. Het Mankes Kabinet komt op een nieuwe plek beneden. Beter en toegankelijker voor ouderen. Daarvoor moeten o.a. veel nieuwe wandvitrines worden gemaakt, verlichting moet er komen, etc.
  10. Naast Jan Mankes (1889-1920), die slechts 30 jaar oud werd, komt een kabinet voor Gretha Pieck (1898-1920, die slechts 21 jaar (!) werd en óók in 1920 aan de Spaanse Griep overleed. Een groot talent van wie het museum werk heeft en aan wie het eer wil bewijzen. Ook hier zijn vitrines en verlichting nodig.
  11. In die ruimte komt mogelijk ook enig werk van Dick Ket. En er komt een kleine Nescio Nis met bijzondere 1e drukken en twee originele handschriften. Voor beide ruimtes moeten wandvitrines worden gemaakt.
  12. In de bestaande ruimten waar deels werk uit de middeleeuwen te zien was, wordt IN het museum met authentieke kloostermoppen een middeleeuwse (kerk)kapel gebouwd, gewijd aan Nicolaas: de Nicolaaskapel (denk ook aan de Nicolaaskerk en de middeleeuwse Nicolaïkerk in Appingedam). U kunt daar straks als bezoeker gewoon helemaal in. Het verzamelen van materiaal heeft al enorm veel geld gekost, want het plan voor deze droom dateert uit 2017. Nu moet de bouw er toch een keer van komen, maar dat is nog een gigantische klus. Hopelijk kan de voltooiing daarvan samenvallen met de heropening van het museum.
  13. Verder wordt de gehele achtergevel (entree) opgeknapt en (veel beter) in het zicht gezet door de verwijdering van het eerste deel van de scheidingsmuur. Het verste, nog staande deel, moet de zijgevel worden van een kleine schuur; dringend nodig voor opslag omdat nu álles in De Muzeheerd voor het museum is benut.
  14. Onderdeel van deze laatste ingreep is de wens om een Rondgang om de Muzeheerd mogelijk te maken, door de tuin en langs alle beelden. Voor het eertijds (bij de entree) afgesloten gedeelte van de herenboerderij is een oud ‘klinkerstraatje’ blootgelegd dat weer zal moeten worden opgehoogd en opnieuw worden gelegd. Voorts zijn twee bruggetjes nodig en te leggen verharde klinkerpaadjes, opdat dit – ook bij wat minder weer – toch mogelijk blijft.
  15. Voor naast het voorhuis is het de wens dat beide ‘oogstbeelden’ op een gemetselde console komen te staan.
  16. In beide voortuinen moet een Ode aan het Damsterdiep komen (een waterbassin met muur waarin de originele, natuurstenen ‘aanlegstenen’ uit de middeleeuwse sluis worden verwerkt). Ook moet van een, daartoe geprepareerd, beeld van Charles Henri een fontein gemaakt worden. Voorts nog een kleine ‘bestrating’ onder de tuintafel dat voor droge en schone voeten moet zorgen. Veel oude klinkers en veel manuren zijn hier nodig.

Is dat alles?

Niet echt. Tuurlijk zijn er meer verbeterwensen (‘fietsenschuur’, laadpalen, monumentenglas in het museum, wellicht een traplift bij de kleine trap, inlijstwerk dat altijd een sluitpost is, etc.) maar wat er nu bij deze genoemde punten komt kijken, loopt al gauw in de tienduizenden euro’s. En hiervoor wordt uw duitenduwtje in de rug gevraagd.

Een duitenduw in goed vertrouwen…

Voor de goede orde: Museum Møhlmann is geen stichting, geen ANBI, en geen vereniging. U kunt dus belastingtechnisch niets verrekenen. Uw eventuele gift komt terecht bij een particulier museum. Ondergetekende zou van uw gift ook op vakantie kunnen gaan, maar geen angst; dat is al 40 jaar niet aan de orde. U kunt erop vertrouwen dat uw bijdrage voor de aangegeven doelen zal worden gebruikt en een eventueel surplus altijd de kunst, het museum of de Muzeheerd als geheel ten goede zal komen. In geldelijke zin doet u dus een gift, of schenking. Voor 2024 geldt een belastingvrij schenkingsbedrag aan willekeurige derden van €1 tot maximaal €2658,-. Daarboven wordt voor 30% belast. Mocht u met welk bedrag dan ook willen bijdragen vermeldt dan duidelijk GIFT. Anders kan het als inkomen worden beschouwd en moet er loonbelasting over worden betaald.

Geeft u ook een duitenduwtje?

Maak dan uw bijdrage over op

NL31 RABO 0367 4553 82

t.n.v. Museum Mohlmann

o.v.v. Gift Versterking.


Via de website www.museummohlmann.nl , Facebook, of bij een volgende mailing wordt u van de voortgang op de hoogte gehouden.

Het museum is dolblij met elke bijdrage.