Na het plotselinge heengaan van onze Museumhond Joris, werd besloten voorlopig geen hond meer te nemen. Toch oriënteerden we ons alvast op adressen van betrouwbare fokkers. Maar dan blijkt er plotseling één vlakbij te huizen, én die heeft op dat moment een nest, én we waren zo naïef om toch even te kijken, én toen waren we verkocht.
Volgens de reglementen van het Groot Stamboek der Duitse Herders moest de naam van de pup met de letter J beginnen. We voelden ons weer half in verwachting toen we alle namen met een J op hun ‘hond-roep-en-aaibaarheid’ moesten aflopen. Uiteindelijk is het Jannes geworden. Niet geheel toevallig had de schilder Jannes Kleiker op dat moment in ons museum zijn solotentoonstelling. Wel was het stomtoevallig dat hij hier was op de dag dat wij de kleine Jannes (zeven weken oud) moesten ophalen. Grote Jannes ging prompt mee en is thans gewaardeerd peetoom.
Museumhond Jannes is ondertussen al 4 maanden oud en heeft de harten van vrijwel alle museumbezoekers totaal weten te verweken, want in het kader van de socialisering werd hij regelmatig onder het kunstminnend publiek gebracht. Dat had één nadeel: geen mens keek meer naar de kunst aan de muur. Overal waar het flaporige donsballetje langs hopste, stokten de kunstbeschouwelijke overwegingen en klonk louter nog gemurmel van ah en oh, en van gehonnepon en gepoetepoe.