Al enige tijd werd de beeldentuin van Museum Møhlmann door het museum zelf als ‘beeldige’ tuin aangeprezen, omdat er maar twee beelden permanent in staan. Dat ‘maar’ is een licht understatement, want het gaat daarbij wel om een levensgroot bronzen beeld van Lotta Blokker (1980) en een levensgrote bronzen tors van Ad Haring (1951). Echte zwaargewichten dus. Daar is nu opnieuw een levensgroot beeld van de schilder en beeldhouwer Charles Henri (1948-2014) bijgekomen; een naakt dat we mogen beschouwen als een ietwat geïdealiseerd zelfportret.
Van dit manshoge beeld bestaat maar één gieting. Deze was ooit eerder tentoongesteld in De Secretarie in Meppel, waar Charles Henri het, na de Kerst van 2006, op een steekkarretje weghaalde, samen met drie potige kerels. Een routine klusje, maar hij gleed uit, raakte onder zijn eigen beeld bedolven en brak daarbij zijn scheenbeen en kuitbeen. Hij haalde er de voorpagina van de Stentor mee… Vier jaar later werd het beeld hier, in de museumtuin tentoon gesteld en maakte het deel uit van de 12e ORT (2010). De plaatsing verliep toen vlekkeloos.
Nu, zes jaar later, werd het beeld – dankzij welwillende medewerking van zijn vrouw Anja de Vries – voor het museum verworven, samen met een ander, bijna levensgroot beeld: Frederique. Voor dat laatste beeld, van een naakte vrouw die haar voet vooruitsteekt, moet nog een speciale plek in de tuin worden geschapen, maar Charles Henri zelf kon er al direct in. Al was dat niet helemaal direct. Het beeld was door omstandigheden namelijk nooit echt optimaal afgewerkt; het had een groezelige huid en de lasnaden waren nog deels zichtbaar. Deze werden door bronsgieter Andor Smeele eerst verwijderd en het beeld werd opnieuw gepatineerd. Half april kon het opgefriste beeld worden opgehaald in het voormalig atelier van Charles Henri in Meppel. Ongeveer 120 kilo hing daar schoon aan de haak.
Met moed en beleid werd het in de auto gevleid (foto’s zijn van Lisette Zwaga) en kon zijn voorlopig laatste en definitieve reis naar Appingedam beginnen. Sommige automobilisten keken zichtbaar vreemd op als zij bij het inhalen een grote blote man achter in de auto zagen liggen, maar ongelukken zijn er gelukkig niet van gekomen.
Met hulp van collega schilder/bouwvakker Huib Rademakers werd in de tuin, onder de perenboom, een klein fundamentje gemaakt en het beeld geplaatst. Het beeld is vanaf nu permanent te zien in de tuin van het museum, waarin de lente op uitbarsten staat.
Tijdelijk in de beeldentuin: fraaie vogelbeelden van Jaap Hartman.