Exposities

Archief
Kunstenaars:
Rob Møhlmann (en 89 collega kunstenaars)
Zie: De meesterhand
Technieken:
olieverf, aquarel, houtsnede, ets, tekening
Duur expositie:
3 april t/m 31 juli
Publicatie/Boek:

Het schilderen voorbij… een drieluik!
Service

Bij deze driedelige jubileumtentoonstelling verschijnen ook drie unieke jubileumuitgaven. Het zijn groot-formaat kunstboeken (28,5×24,5cm.), luxe uitgevoerd in harde kaft, gebonden en in kleur. Aan elk der drie delen ligt een autobiografisch gegeven ten grondslag (leven-geboortejaar-handicap). Samen geven ze een kijk op het leven van kunstenaar Rob Møhlmann, maar ook op het leven, op de geschiedenis, de kunst, en de collega’s. Natuurlijk kunnen ze ook los van elkaar gelezen en bekeken worden. De oplage is echt zeer beperkt (van elk deel slechts 600 exemplaren) en de uitgaven zijn niet in de boekhandel verkrijgbaar. Dit om – nog los van de forse stijging van papierprijzen – de uitgaven nog enigszins betaalbaar te houden.

Bestelinformatie

Voor wie de komende tijd verhinderd is om naar het museum te komen: bestellen kan via onze online winkel.
Zodra het boek er is(verwachting: eind maart-begin april), wordt het per ommegaande geleverd.

Het schilderen voorbij… een drieluik!

De titel heeft iets dramatisch en klinkt als een afscheid. Deels is dat ook zo want de schilder Rob Møhlmann (1956) – bekend van zijn uiterst realistische stillevens – is al 8 jaar (eigenlijk al 12) geleden gestopt met schilderen. Net zo lang is aan dat schilderwerk ook geen aandacht meer aan geschonken. De droeve aanleiding is welbekend; toen zijn vrouw en muze Laura (1949-2010) overleed, verkeerde hij naar eigen zeggen drie jaar lang in een mistig niemandsland. Maar daarvóór, door ziekte en verhuizing, kwam er ook al nauwelijks meer iets uit zijn hand. In 2013 besefte hij dat er gekozen moest worden: schilderen óf museum. Beide op hoog niveau handhaven ging niet. Hij koos voor het museum. Het schilderen was voorbij, maar dit was voorbij het schilderen… Toch, bij het bereiken van zijn 65e jaar (in 2021) wilde hij nog één keertje terugblikken. Maar wel met het idee om van deze jubileumtentoonstelling iets meer te maken dan louter een overzicht. Zo ontstond het idee van een drieluik. In tentoonstelling én in eveneens drie begeleidende boeken. Daarbij ligt aan elk ‘luik’ een autobiografisch element ten grondslag. Die zijn: leven-geboortejaar-handicap. Zo ontstond een unieke expositie die in drie afzonderlijke onderdelen toch een geheel vormt. Samen geven ze niet alleen een kijk op zijn leven, maar ook op het leven, op de geschiedenis, de kunst en de collega’s.

 

 

1. HET SCHILDEREN VOORBIJ…
(leven)

‘t Kalfje (aan de Amstel), pentekening. Een vroeg werkje, gemaakt in de winter van 1979

De tentoonstelling toont het gebruikelijke, maar zeker niet minder boeiende overzicht, waarbij tevens een 40-tal bruiklenen te zien zullen zijn. Daaronder zelfs enige werken uit de vroege jaren ‘80. We zien daar ook iets heel anders dan de stillevens, zoals afbraakbuurten in Amsterdam; wat oude pentekeningen; maar ook de opzetjes voor enige etsen. Natuurlijk zijn ook de bekende stillevens aanwezig, waarmee Rob Møhlmann onvermoeibaar iets van het wonder van de alledaagse werkelijkheid trachtte te ontrafelen. Een zeer bijzondere uiting daarvan is de Cantoserie, van 121 keer hetzelfde conservenblikje, maar telkens in een andere context. In die tijd (jaren ’80) vierde conceptuele kunst hoogtij en was het realisme taboe. Daar viel Rob Møhlmann, als fervent realist, dan ook volledig buiten, maar niemand zag (toen) dat hij met zijn originele en consequente aanpak minstens zo conceptueel bezig was. Zo ontwikkelde hij ook ‘het bovenafje’; stillevens loodrecht van boven bekeken, iets wat nog niet eerder in de schilderkunst was gedaan.

Rob Møhlmann, 1982, Perspectief, olieverf op linnen, 120x200cm (Amsterdam Museum)

Het gelijknamig boek (120 pag.) geeft de kijker de nodige achtergronden. De kunstenaar in Rob Møhlmann ontwaakte op 16-jarige leeftijd, maar kreeg van huis uit geen enkele kans. Op z’n 21e ‘ontsnapte’ hij aan het strenge ouderlijke gezag en trok hij naar Amsterdam met 750 gulden op het Rijkspostspaarbankboekje en de schildersezel van zijn grootvader. Hij ontwikkelde zich geheel op eigen kracht tot een bijzonder realist in een tijd dat die vorm van schilderkunst door de kunstpausen was doodverklaard. Desondanks bleef hij deze kunstvorm trouw, verdedigde haar waar hij kon, en richtte er zelfs een landelijk platform voor op: Museum Møhlmann. Ook op eigen kracht.

Vrije reconstructie van het Atelier van Adriaen Van Ostade n.a.v. zijn eigen ets uit ca. 1640

Na het overlijden van zijn muze Laura stopte hij definitief met schilderen en koos voor zijn museum. Sindsdien beschouwt hij dat als zijn ‘nieuwe kunstwerk’ waaraan hij onvermoeibaar verder bouwt. Dat uit zich niet alleen in aanpassingen en verbouwingen (Het Mankes Kabinet; Het Fransema Kabinet; het Atelier van Adriaen van Ostade, etc.), maar ook in bijvoorbeeld een veelzijdige collectievorming. En dat nog los van de vele publicaties (inmiddels al 60) en tentoonstellingen (inmiddels al 80). Een flink deel van dit boek gaat over juist die ‘andere-werken-dan-kunstwerken’, maar hebben weldegelijk alles met kunst en haar voorbestaan te maken. Want eer dromen werkelijkheid worden…

2. HET AANZIEN VAN (MIJN) 1956
(geboortejaar)

Verzameling speelgoedautoótjes uit 1956

Als extra tentoonstelling: een verzameling van zo’n 150 grote en kleine (alledaagse) voorwerpen uit precies 1956: een telefoon, een bureau, een typemachine, een scheerapparaat, een warmtelamp, een Groningse turfkist (!), een weegschaal, een centrifuge, een kinderwagen, een theeservies, dinky toys, speelgoed, strips, boeken, maar ook een typoscript van Gerard van het Reve, een staatslot, talloze bladen, kranten. Voor ouderen; de herkenning, voor jongeren: de verbazing.

Het boek (96 pag.) gaat over 1956. In de ogen van kunstenaar Rob Møhlmann is zijn geboortejaar een onderschat jaar. Hij ziet 1956 zelfs als een ‘kanteljaar voor Vrijheid & Vooruitgang’ en tracht dat aan te tonen in dit eigenzinnige ‘aanzien van 1956’ met onder andere: de Poolse crisis; de Hongaarse crisis; de Suez crisis; koloniën maken zich vrij; de 1e zwarte studente; 1e optreden Martin Luther King; Brigitte Bardot zet ondanks pauselijke bul de bikini wereldwijd op de kaart; rock-‘n-roll ontstaat (in film en op de plaat); Elvis maakt zijn 1e hit; de jeugdcultuur ontstaat; 1e commerciële kerncentrale; 1e kernraket (Russisch); 1e bovengrondse waterstofbom (USA); begin ruimtevaart-wedloop; begin Artificiële Intelligentie; 1e songfestival, 1e NTS journaal; 1e weerbericht op tv; begin van een Verenigd Europa;1e Europazegels, 1e Euro-songfestival; 1e vrouwelijke minister; de getrouwde vrouw is voor het eerst ‘handlingsbekwaam en… de start van de AOW voor de 65-jarigen.

De opstand in Hongarije, 1956. Velen vergeten dat daar een Poolse opstand aan vooraf ging, die door de Russen werd neergeslagen. De Hongaarse opstand leek eerst te lukken, maar 17 zwaar bewapende, Russische divisies, met tanks en zwaar geschut, maakten uiteindelijke een einde aan de opstand. Hulp uit het westen bleef uit. Nu, 66 jaar, later lijkt de geschiedenis zich te herhalen…

Daarnaast trekt de kunstenaar vijf lijnen vanuit of via 1956 naar zijn eigen leven die dat mede zouden gaan bepalen (bijv. De uitvreter van Nescio) of er een diepe indruk op maakten (bijv. Les feuilles mortes van Prévert). En er is een leuk slotdeel met vele foto’s van verzamelde voorwerpen uit het jaar 1956.

3. DE MEESTERHAND
(handicap)

Het boek (128 pag.) begint met een ‘coming-out’. Kunstenaar Rob Møhlmann heeft een handicap. Letterlijk. Zijn vingers zijn te kort. Een erfelijke aandoening die binnen de familie lichtere, maar ook ernstiger vormen kent en generaties lang, tot in de 17e eeuw, valt te duiden. De schilder heeft zich daar 65 jaar voor geschaamd, maar is nu de schaamte voorbij. In dit boek beschrijft hij zijn leven met die handicap (hij moest bijvoorbeeld 6 jaar op accordeonles) en wat het tot gevolg heeft gehad. Maar ook voert hij de aandoening 27.000 jaar terug naar een prehistorische grot in Gargas (Fr.), de enige plek waar dergelijk mislukte handen op de rotswanden voorkomen. Møhlmann: “Geen duistere kaprituelen zoals de geleerden denken, maar wellicht de allereerste documentatie van brachydactylie en een rechtstreekse kunstenaarsstamboomlijn naar mijn voorouders: de vroegste kunstenaars van Europa”.

Tegelijkertijd heeft hij zijn jubileum aangegrepen om zijn collega kunstenaars van dit alles op de hoogte te stellen en hen, juist bij deze gelegenheid ‘om hun hand te vragen’. Ook letterlijk. Maar dan wel verbeeld in een kunstwerk. Zo wilde hij voor zijn museum een Galerij der Meesterhanden opzetten, als origineel alternatief voor het meer geijkte kunstenaarszelfportret. Het verzoek was volkomen vrijblijvend. Werden het er 10? Misschien wel 30? Nee, tot zijn grote vreugde kreeg hij uiteindelijk maar liefst 88 handreikingen! En die unieke collectie staat niet alleen volledig in het boek, maar is ook in het museum te zien. Nu zijn er aardig wat musea met kunstenaarszelfportretten, maar met deze ‘kunstenaarshandportretserie’ zal De Eerste Galerij der Meesterhanden ter wereld een feit zijn. Hier volgen hun namen:

Tobias Baanders, Maja van Berkestijn, Marianne Bijker, Tim Blaauw, Paul Christiaan Bos, Diane Brodie, Hermien Buytendijk, Bert Denneman, Hans Deuss, Lydeke von Dülmen Krumpelmann, Theo van Egeraat, Sara van Epenhuysen, Joyce Eijkhout, Frâns Faber, Magda Francot, Joke Frima, Haije Gemser, Dinie Goedhart, Rosalie Hammink, Jaap Hartman, Henk Helmantel, Rutger Hiemstra, Annet Hiltermann, Martin Horneman, Carel Huls, Hanneke de Jager, Marianne J. Jansen, Renée Marcus Janssen, Monica Jonkergouw, Romee Kanis, Rita van der Kant, Wim van der Kant, Jacqueline Kasemier, Jannes Kleiker, Cis Koetse, Jannes Koetsier, Keimpe van der Kooi, Michiel Kranendonk, Arend Kuiper, Gert Lambert, Rob de Lange, Sabine Liedtke, Claartje van der Linden, Jan van Loon, Debora Makkus, Marieke Maneschijn, Clary Mastenbroek, Harry Meerveld, Yvonne Melchers, Rob Møhlmann, Jasper Oostland, Dick Oostra, Stefanie Ottens, Rein Pol, Huib Rademakers, Adolfo Ramón, Gerd Renshof, Gezien van de Riet, Fokko Rijkens, Erik Rijssemus, Felicity Rowe, Iris Le Rütte, Ingrid Scholte, Wikje Schoon, Michiel Schrijver, Robin d’Arcy Shillcock, Anuschka de Smidt, Marianne Stam, Ton van Steenbergen, Jan Jaap Stigter, Marjolein Terwindt-Wetterauw, Petra Tolboom, René Tweehuysen, Ed Ubels, Rien van Uitert, Mattie van der Veen, Hennie van der Vegt, Marian Vergouwen, Ruud Verkerk, Marjolein Vernooij, Caroline Verschoor, Ton Voortman, Paul de Vos, Gerrit de Vries, Wout Wachtmeester, Cas Waterman,Maarten Welbergen, Zwaantje Weishaupt, Jittie Wildeman, Dorry van de Winkel, Marijke ten Wolde, Fiona Zondervan.

Klik voor De Galerij der Meesterhanden

Tot slot. Na de Coronapandemie, leek de wereld weer wat lucht gegund, maar werd al direct daarna opnieuw bij de keel gegrepen door een machtsvirus van alle tijden dat nu verwoestend om zich heen grijpt. Het museum kan daar bitter weinig tegenover stellen. Hooguit biedt het een klein soelaasje als toevluchtsoord: als een in liefde uitgehouwen schuilkelder voor de geest, als een balsembunker voor de ziel, als een vluchtheuvel voor het lichaam.

Rob Møhlmann, 1980-81. Je kan toch een leuke dag hebben, o-d

 

Museum Møhlmann

Museum Møhlmann



Pin It on Pinterest