Al 25 jaar ligt er bij de vrienden van het museum, de kunstenaars en de klanten rond half maart een folder in de bus met daarin de aankondiging van de nieuwste expositie. Dit jaar loopt dat toch een beetje anders…

Gaat het museum nog wel open?

In 2023 bestond Museum Møhlmann 25 jaar. Dat is best lang voor een onafhankelijk, niet gesubsidieerd museum. Het heeft in die afgelopen 25 jaar best wel tegenslagen gekend. Onmeetbaar was het verlies van Laura in 2010, muze en warm welkom van het museum. Maar ook de langdurige en eenzame, eerste museumbouw (1990-1995), hakte erin, evenals de twee verhuizingen daarna (2000 en 2007) met wederom zeer grote en ingrijpende verbouwingen tot gevolg.

In Appingedam volgden schades door bevingen en een eerste herstel; de herhaalde sluitingen door Corona; de energiecrisis die het museum bijna nekte; en nu dan de (voorlopige) sluiting door versterking van het gehele pand. Wanneer het weer opengaat, is de vraag. Want behalve de hele oostkant (alles achter de entree deuren, zie hieronder) moet onverhoopt nu ook de hele westkant eruit (het deel waar de Middeleeuwen en soms een deel ORT te zien was, zie foto hierboven). Maar uiteindelijk weer open? Ja tuurlijk, dat zeker!

Wat is versterking?


Versterking is géén schadeherstel van bijvoorbeeld scheuren. Bij de versterkingsopgave wordt in opdracht van de NCG (Nationaal Coördinator Groningen) het hele gebouw minutieus digitaal in kaart gebracht, waardoor een gedetailleerd 3D-beeld ontstaat. In dit geval van de gehele Muzeheerd. In combinatie met alle bekende technische gegevens, wordt op dit digitale model een virtuele (mogelijk te verwachten) zware beving losgelaten. Ook als de gaskraan dicht gaat en blijft, kán dat nog decennialang gebeuren. Wat in deze simulatie op of aan het gebouw rood kleurt, moet worden versterkt. Na versterking is het gebouw ook niet onverwoestbaar, maar moet het de bewoners of aanwezigen ‘voldoende tijd’ bieden om het veilig te kunnen verlaten. Hoeveel? De laatste berichten spreken van ca. 20 minuten.

Hoe gaat nu zoiets?

Het voortraject van onderzoek begon al 2 jaar geleden. Passen, meten, weten. Maar de NCG had nog nooit een museum hoeven te versterken en hoe gaat dat dan? Dat wisten we geen van beiden, maar gaandeweg zijn we daar wel uitgekomen. Er is een collectie en die moet fotografisch worden vastgelegd. Daar verricht fotograaf Hans Wijninga goed werk.

Alleen… blijkt de collectie (veel) groter dan gedacht. Dan moet een deel worden ingepakt, vervoerd en opgeslagen, werk dat uitstekend en geduldig door De Jong Verhuizingen werd gedaan. Voor het goed op tekening in kaart brengen van oude en nieuwe situaties tekende De Unie Architecten en technisch werd er constructief doorgerekend door VIIA-Groningen. Al die resultaten leiden uiteindelijk leiden tot gedeeltelijke sloop en wederopbouw waarvoor Bouwbedrijf H. Pot tekende en die met vakmensen de klus te lijf gaat.

Wat gaat er zoal gebeuren?

Dat is wat veel om hier op te noemen. Een deel dan, in staccato. Rollagen metselwerk op de gevelranden worden gesloopt en van verholen goot voorzien en een zinken afdekker. Binnen wordt veel installatiewerk verwijderd, herlegd, of nieuw aangelegd. In het schildersatelier moet een wand opnieuw worden verankerd. Alle verbindingen van sporen, juffers, hanenbalken en andere delen van het gebint, moeten worden gecontroleerd op aaneenhechting. Behalve de gehele oostzijde blijkt ook de gehele westzijde te moeten worden gesloopt en worden gasbetonmuren vervangen door houtskeletbouw (HSB). Alle schoorstenen (5) moeten worden versterkt (Mankes Kabinet, woonhuis en atelier). Door die verandering zijn de kachels volgens de dan geldende norm afgekeurd. Dakpannen boven Mankes Kabinet worden verwijderd en daaronder van dampremmende folie voorzien. Dan volgt buiten de aanpak van de ‘Bomhoek’ en de ‘Kantoorhoek’. Dat zijn verhalen apart, maar daar gaan in elk geval schroefheipalen de grond in om het fundament te stabiliseren. De Koffiekamer is volledig gesloopt alsook de expositieruimte van Van Ostade en alle ruimten daarachter. Het Atelier van Van Ostade wordt op een speciale manier ‘gefixeerd’. Keukentje gesloopt. Boekenhoek gesloopt. Kortom, erg veel, maar alles wordt – en is voor een deel – uiteraard weer herbouwd.

Verduurzaming

In het kader van de ‘versterking’ wordt – voor uitsluitend het woongedeelte – ook gekeken naar verduurzaming. Gelukkig had ik zelf al in 2008 het hele museum (dak en wanden) rondom geïsoleerd. De oude woning echter is zeer ‘open’ en tochtig. Plankenvloeren staan in direct contact met de koude buitenlucht, de vele hoge, ramen (ca. 20) zijn enkelglas en alle deuren kieren. Het is er ’s winters stervenskoud. Maar wat is mogelijk voor een monument? En hoe? En ook dan moet er weer worden ingepakt en verhuisd, et cetera. Hier is nog geen duidelijkheid over.

Grote schilderbeurt

In dit pandemonium is ook gekozen voor een grote schilderbeurt van de hele Muzeheerd. Een prijzig project, waarvoor deels subsidie is te krijgen, maar dit komt wel voor rekening van de bewoner/eigenaar voor zover het niet met de versterking te maken heeft. Ook hier geldt weer: als de boel toch al zo overhoop getrokken is en daardoor gesloten: waarom dan niet doorgepakt en de boel grondig aangepakt?

Gevolgen

De gevolgen zijn veel, veelzijdig, vergaand, en – zowel bouwkundig als in de privésfeer – bijzonder ingrijpend. Hoewel ‘versterking’ alles in principe weer in de ‘oude staat’ terugbrengt, dwingt deze grootscheepse ingreep ook tot een (her)overweging van indeling en gebruik van delen van het museum. In die zin krijgen hoofd & hart weinig rust. Maar toch, in elke verandering schuilen ook weer nieuwe kansen. Die kansen zijn door deze buitengewone omstandigheden eenmalig en worden in het volgende bericht uitgebreider uit de doeken gedaan. Daarvoor wordt financiële hulp gevraagd, een “duitenduw”. Uiteraard vrijblijvend, maar ook vrijmoedig. Want dat museum, tja, dat zal nu toch, het liefst op alle fronten, zo ‘gesterkt’ mogelijk de toekomst ingebracht moeten worden.

En u bent en blijft daarbij als altijd van harte welkom!

Rob Møhlmann